Impact Coronavirus op de Logistieke sector in Limburg
Meting 2
ELC Limburg, KennisDC Logistiek, BISCI en LIOF hebben op verzoek van Provincie Limburg een vervolgenquête uitgezet onder bedrijven in de netwerken van deze 3 instituties. Het doel van de enquête is ook nu weer om een indicatie te krijgen van de impact van het Coronavirus op bedrijven uit de Logistieke sector in Limburg. De enquêtevragen (gesloten vragen met meerdere antwoordmogelijkheden) waren bijna identiek aan de eerste enquête en hebben betrekking op de knelpunten die bedrijven als gevolg van het virus nu ervaren én op langere termijn verwachten (over 3 maanden) én welke behoeften de bedrijven hebben aan ondersteuning van de overheid en/of brancheorganisaties. De enquête is begin juni uitgezet.
Respondenten
Ruim 50% meer respondenten hebben de enquête (volledig) ingevuld: 67 respondenten in juni tegen 44 respondenten in maart. Net als bij de eerste enquête is de meerderheid van de respondenten werkzaam in ‘transport en overslag’ (49,3% juni, 47,7% maart) en de ‘logistieke dienstverlening’ (47,8% juni, 50,0% maart). Voor wat betreft bedrijfsgrootte is de verdeling over de verschillende categorieën van bedrijfsgrootte ook redelijk vergelijkbaar met de resultaten op de enquête in maart: de meerderheid van de respondenten zijn werkzaam in een klein bedrijf (45% werkt in een bedrijf tot 50 medewerkers; juni en maart) of juist in een groot bedrijf met meer dan 100 medewerkers (juni: 37% van de respondenten, maart: 45% van de respondenten). Met name het aandeel aan respondenten uit bedrijven tussen 51 en 75 medewerkers is in juni hoger (9%) vergeleken met de resultaten op de enquête in maart: 2,3%. De respondenten zijn werkzaam bij bedrijven verspreid over Limburg, waarbij de overgrote meerderheid werkzaam is in de 4 ‘grote’ steden in Limburg. De steden Roermond en Weert scoren beiden in juni significant hoger dan in maart. Ook nu is ongeveer 10% van de respondenten werkzaam in een gemeente buiten Limburg.
Algemene indruk
Als je de resultaten op de 2 enquêtes van maart en juni met elkaar vergelijkt dan zijn er slechts beperkte verschillen in de antwoorden op de verschillende vragen te duiden. Onderstaand wordt per vraag in hoofdlijnen met name op de geconstateerde verschillen ingegaan. De resultaten op deze enquêtes zijn niet representatief voor de logistieke sector als geheel.
Welke knelpunten ervaart u nu?
Op de vraag “Welke knelpunten ervaart u nu?” gaven de respondenten ook nu een breed spectrum aan antwoorden. Op deze vraag konden respondenten meerdere antwoordmogelijkheden geven. De verdeling van de antwoorden over de verschillende antwoordmogelijkheden komt in juni goed overeen met de verdeling van de antwoorden in maart. Maar er vallen ook een paar antwoordmogelijkheden op. Significant minder respondenten (0%) geven nu aan ‘personeel niet te kunnen uitbetalen’ tegen 4,7% in maart. De antwoordmogelijkheid ‘Verplichte sluiting door maatregelen van de overheid’ scoorde nu (0%) ook veel lager dan in maart (9,3%). Tot slot werd nu ook met name lager gescoord op het antwoord ‘Wegvallen vraag/afzet/markt’ t.o.v. maart: 45,5% juni t.o.v. 62,8% maart. Ook nu hebben de overgrote meerderheid van de gegeven antwoorden betrekking op ‘omzetderving’, ‘het wegvallen van vraag/afzet/markt’ en ‘verstoringen in de supply chain’. Het lijkt er op dat respondenten ook op dit moment nog met name zijn gericht op knelpunten in relatie tot het waarborgen van de continuïteit van het bedrijf. De vraag is wat de financiële voorzieningen van de overheid uiteindelijk hebben bijgedragen en nog (zullen) bijdragen aan de continuïteit van deze bedrijven?
Welke knelpunten de respondent op de lange termijn (over 3 maanden) verwachten?
Uit de antwoorden op de vraag “Welke knelpunten de respondent op de lange termijn (over 3 maanden) verwachten?”, valt met name op dat het aantal respondenten dat ‘tekort aan liquide middelen verwacht’ is gedaald van 32,5% (maart) naar 10,5% nu. Verder valt op dat meer respondenten nu (15%) ‘Geen knelpunten voor de toekomst verwacht’ t.o.v. maart (2,5%) en dat nu met name minder respondenten ‘HRM-problemen zoals veiligheid van werknemers en ziek personeel’ verwacht t.o.v. maart. Respectievelijk 6% nu t.o.v. 25% in maart. Tot slot geven ook aanzienlijk minder respondenten aan problemen te verwachten m.b.t. ‘Geen personeel voor handen’ (juni 3%, maart 15%).
Additionele vraag
De additionele vraag was ‘Welke maatregelen bedrijven hebben ondernomen of waar bedrijven steun voor hebben gevraagd?’. De meest in het oog springende antwoorden op deze vraag zijn: ‘Bedrijfsprocessen geoptimaliseerd’ (36,4%), ‘Automatiseringsslagen gemaakt’ (24,2%), ‘Crisisplan opgesteld’ (54,6%), ‘Belastingvrijstellingen/uitstel aangevraagd’ (28,8%) en ‘Ondersteuning ICT i.v.m. thuiswerkend personeel geboden’ (40,9%). Opvallend is ook dat 18,2% van de respondenten ‘Geen extra maatregelen of ondersteuning’ heeft genomen of gevraagd.
Welke behoefte aan ondersteuning van de overheid of branche organisaties heeft u naast de geboden ondersteuning?
Als laatste werd aan de respondenten de vraag gesteld “Welke behoefte aan ondersteuning van de overheid of branche organisaties heeft u naast de geboden ondersteuning?”. De overgrote meerderheid van de respondenten heeft ook op dit moment concrete behoefte aan financiële regelingen en middelen zoals overbruggingsfinanciering (werkkapitaal) en belastingvrijstelling c.q. uitstel van belasting. Ook nu voorziet de overheid hierin middels een 2de pakket voorzieningen voor ondernemers en zzp-ers. Wat opvalt is dat een groot aantal respondenten aangeeft ‘Geen behoefte te hebben aan extra ondersteuning van de overheid en/of brancheorganisaties’: 63,6% nu t.o.v. 20,5% in maart. De behoefte aan advies zoals advies voor het opzetten van een crisisplan, internationaal handels-transportadvies en advies voor werknemers (over werkzekerheid, inzetbaarheid en toekomst) én werkgevers (inzake juridische mogelijkheden en m.b.t. arbeidsvoorwaarden) is gemiddeld genomen praktisch gelijk gebleven t.o.v. maart.
Lees hier het volledige rapport: Gegevens_Iedereen_200617